Werkje, door de heeren schoolopzieners aenbevolen, en door de geestelyke overheid goedgekeurd/De schryver van dit werkje heeft van de geestelyke en burgerlyke schoolopzieners, in vergadering zynde te Wetteren, den 22, 23 en 24 september 1845, magtiging ontvangen om te verklaren dat het met hunne byzondere aenbeveling werd uitgegeven/Den wel edelen heere Baron T. F. M. A. G. de Pélichy, lid der bestendige deputatie van den provincialen raed van Oost-Vlaenderen en oud-schoolopziener, is dit werkje met verschuldigden eerbied opgedragen
Tot verdere oefening zie onze Keur van stukken ter vertaling uit het Fransch in het Nederlandsch, mede onzen Cours pratique de style élémentaire werken die als de voltooiing en bekroning dezes leergangs moeten beschouwd worden (p. 313)
De toonzetters worden ten vriendelijkste verzocht geen der hier verschenen gedichten op muziek te stellen, daar mijn vriend Karel Miry die taak wel op zich heeft willen nemen en zijn arbeid voor zoo goed als afgedaan, nu reeds mag aanzien worden/Den heere A. Wagener, Gent's schepene voor onderwijs en schoone kunsten, als blijk van eerbiedige hulde aan zijn uitstekende bekwaamheid, onvermoeilijken ijver en rondborstig Vlaamsch karakter. Gent, 1 januari 1870. Nap. Destanberg/Bericht. De Fabelen zijn deels vertalingen naar Lafontaine, deels oorspronkelijk. De kindergedichtjes zijn oorspronkelijk, buiten hier en daar één, naar het Duitsch (I)