Een werk dat door Zijne Majesteit Leopold II, koning der Belgen, zeer nadrukkelijk aan de aandacht zijner regeering is aanbevolen; vereerd met de inteekening en aanmoediging van Zijne Koninklijke Hoogheid, den graaf van Vlaanderen; van den minister van Binnenlandsche Zaken; van de gemeentebesturen van Brussel, Gent, Charleroi en verdere voorname steden en plaatsen van Belgiƫ, allergunstigst beoordeeld door de geheele Belgische pers
Men beschouwe dit werkje geenzins als een gewrocht, dat door my oorspronkelyk opgesteld is; het bevindt zich, op weinige wyzigingen na, (...) in het Groote leerboek der aerdrykskunde, naer 't Hoogduitsch van J. G. F. Cannabich, het welk in 1834 door Jan J. F. Wap te Breda werd uitgegeven (I)