Werkje, door de heeren schoolopzieners aenbevolen, en door de geestelyke overheid goedgekeurd/De schryver van dit werkje heeft van de geestelyke en burgerlyke schoolopzieners, in vergadering zynde te Wetteren, den 22, 23 en 24 september 1845, magtiging ontvangen om te verklaren dat het met hunne byzondere aenbeveling werd uitgegeven/Den wel edelen heere Baron T. F. M. A. G. de Pélichy, lid der bestendige deputatie van den provincialen raed van Oost-Vlaenderen en oud-schoolopziener, is dit werkje met verschuldigden eerbied opgedragen
Met goedkeuring/Den wel edelen geleerden heere C. Ledeganck, advokaet en provincialen inspekteur over het lager onderwys in Oost-Vlaenderen, wordt dit werkje eerbiedig opgedragen door den schryver