Het verlangen van vele onderwyzers naer R. Van der Pyl's Lees- en vertaelboekjes, welke zy na het afscheiden van Holland en België niet, of ten minsten zeer moeielyk, kunnen bekomen, heeft de drukker (...) doen besluiten om daerin te voorzien (I)
Daer het werkje Aanleiding tot de Nederduitsche spraakkunst voor eerstbeginnenden, door N. Anslyn, N. Z., in der daed is wat de titel voorgeeft, en in goede scholen niet verwaerloosd wordt, onderneem ik van het zelve in onze Belgische spelling uittegeven, in de hoop van alle opregte minnaren van goed onderwys dienstig te zyn (I)
De reden waerom de drukker dit werksken, na de Nederduitsche woorden, er in voorkomende, in Belgische spelling veranderd te hebben, ter perse bragt, zyn in het eerste lees-en vertaelboek opgegeven (I)
Werkje, door de heeren schoolopzieners aenbevolen, en door de geestelyke overheid goedgekeurd/De schryver van dit werkje heeft van de geestelyke en burgerlyke schoolopzieners, in vergadering zynde te Wetteren, den 22, 23 en 24 september 1845, magtiging ontvangen om te verklaren dat het met hunne byzondere aenbeveling werd uitgegeven/Den wel edelen heere Baron T. F. M. A. G. de Pélichy, lid der bestendige deputatie van den provincialen raed van Oost-Vlaenderen en oud-schoolopziener, is dit werkje met verschuldigden eerbied opgedragen