Dit werkje (...) heeft bij de eerste uitgaef, in vele Fransche en Vlaemsche kostscholen, grooten byval gevonden (...) en [is] tevens met dry kaerten, namelyk eene wereldkaert, eene kaert van Europa en eene van het koningryk van Belgiƫ vergroot (I)
Voor het overige men zie dit werk niet als geheel nieuw en oorspronkelyk aen; de Aenleiding tot de Nederduitsche spraekkunst van N. Aenselyn, N. Z., heeft my - voor wat de redeneerkunde betreft - tot gids gediend (I)